Doel van de blog

Mijn foto
Steeds hoogst persoonlijke, waar mogelijk subversieve, maar meestal triviale schrijfsels.

dinsdag 25 november 2014

Liberazi's, de nieuwe gatekeepers

Ik hou van taal(spel). Zonder zelf een taalkundige te zijn, durf ik al wel eens neologismen uitproberen. Liberazi is er zo ééntje van. Zoals al wel duidelijk zal zijn, is het een samentrekking van 'liberaal' en 'nazi'. Flauw, misschien. Knullig, ongetwijfeld. Maar effectief, want het is een woord dat - voor mij - zeer goed uitdrukt hoe ik momenteel naar het politieke klimaat kijk. Moest ik een kennis van het Grieks of Latijn gehad hebben, had ik ongetwijfeld met iets veel creatiever kunnen afkomen. Iets dat geen associaties oproept met Liberace bijvoorbeeld. Helaas.

Laat me toelichten. Liberalen vandaag zijn veel meer dan partijleden of het kiespubliek van Open VLD, MR, LDD of Vivant, ze gaan veel verder dan het UVV, het Willemsfonds, het LVSV, Libera! of Liberales, ze zijn niet enkel aanwezig bij het VBO, Unizo of Voka. Liberalen delen wel een min-of-meer gemeenschappelijke overtuiging over de waardevolheid van heel wat prototypische (humanistische) Verlichtingsideeën: de scheiding van kerk en staat, de voorkeur voor een electorale, parlementaire democratie, de scheiding der machten, het belang dat gehecht wordt aan een grondwet (en dus natiegrenzen) en universele rechten, een sterke aanhang aan het wetenschappelijke kritisch-rationalisme, de cruciale rol van vrij ondernemerschap, vrij onderzoek, vrije meningsuiting en vrije markt, het pluralistische tolerantie-ideaal en het cultiveren van burgerschap. In meer negatieve zin heerst er een overtuiging dat we op het einde van de geschiedenis staan (liberalisme is het eindpunt van wat de menselijke beschaving kan voortbrengen, in de eerste plaats omdat het het "beste der mogelijke werelden" zou zijn), de daarmee samenhangende doctrine van TINA (There Is No Alternative) en een geloof dat de conflicten die vandaag de wereld beheersen in de eerste plaats van culturele aard zijn (en dus zeker niet van, bijvoorbeeld, klassen aard) - kortom: capitalism prevails.

Het is vrij duidelijk dat de liberalen uit bovenstaande partijen / organisaties / verenigingen vandaag lang niet de enigen zijn die in dat denken mee gaan. Ook socialisten, groenen, syndicalisten en nationalisten kunnen in die zin liberaal zijn; net als conservatieven en progressieven. Liberalisme is dus een koepelterm geworden die van een ideologie uitgegroeid is naar een wereldbeeld; naar een dogma waar weinigen zich nog echt bewust van zijn. Er heerst m.a.w. een liberale hegemonie.

Naast een voorkeur voor heel wat zaken, delen liberalen ook een afkeer voor heel wat zaken: communisme, fascisme, nazisme, totalitarisme, dictatuur, (steeds meer) multiculturalisme, (georganiseerde) religie en - uiteraard - niet-Verlichte culturen. Doordat de liberale hegemonie zich kon ontpoppen als een tegenstander van alles wat dictatuur en "achterlijkheid" aangaat, is het evident dat geen enkele liberaal zich nog echt ter linker- of rechterzijde plaatst; het is een tegenstelling die voor hen vaak gewoon niet relevant meer is. Er zijn hoogstens de verschillen tussen sociaal-liberalen / sociaaldemocraten (die eerder links staan) en nationalistische liberalen / klassieke liberalen (die eerder rechts staan). Sommige liberalen gaan zelfs zodanig ver dat zij communisme, fascisme en nazisme allen in dezelfde socialistische of linkse lijn plaatsen; vaak het soort liberalen die we tegenwoordig bij o.a. N-VA of het KVHV aantreffen (ter rechterzijde dus).

Maar hoe je het ook draait of keert, er is géén term met een negatieve connotatie die we kunnen plakken op mensen die in deze liberale hegemonie slaafs meegaan of er actief aan meebouwen. Ik gebruikte daarom 'fascisten', maar het probleem daarmee is zowel de historische context als het gegeven dat er al decennia (aan de linkerzijde) wordt geprobeerd, zonder veel succes, om dat woord te herkaderen en actualiseren m.b.t. neoliberalen. Wie tegenwoordig een fascist wordt genoemd, lacht dat dan ook smalend weg en doet zijn belagers af als dom om nadien gewoon weer verder te gaan met de orde van de dag. Ik vind het dus interessanter om een nieuw (scheld)woord te vinden dat uitdrukt waar het nu echt om gaat. Geen fascisten, maar liberazi's: zij die de liberale hegemonie agressief of blind uitdragen en hiermee haar totalitaire karakter bestendigen. Het zijn de bewuste en onbewuste soldaten van het totalitaire liberalisme. Daarom is het meer dan ooit belangrijk dat iemand zich vandaag niet meer kan identificeren als (een) liberaal en daarmee tegelijk impliceren dat z/hij tegen totalitarisme is - de tijd dat het ene het andere uitsloot is al (minstens) meer dan dertig jaar voorbij.

Wat liberazi's vooral typeert, is een gemeenschappelijke aanvaarding van TINA én een zelfingenomen geloof dat TITA (This Is The Alternative) de oplossing zal bieden. Dat laatste hebben ze uiteraard gemeen met zowat alle verkondigers van afgelijnde ideologieën - alleen zweren enkel de liberazi's (on)bewust bij TINA net omdàt zij daarmee hun hegemonie consolideren. Bovendien zijn verkondigers van andere afgelijnde ideologieën vandaag schaars tot bijna onbestaande. TINA heeft namelijk betrekking op de hele politieke én economische constellatie. Politiek gezien gaat het dus over de aanvaarding van de parlementaire democratie, het sociaal overleg en het electoralisme, over constitutionalisme in nationale context en partijpolitiek. Economisch gezien gaat het over de doctrine van de groei, over het aanmoedigen van koopkracht en consumentisme, over geld als transactiemiddel in zowat alle handel en over de voortdurende creatie van jobs in loondienst. Het is dus op z'n minst ironisch te noemen als vakbonden schreeuwen dat er wél alternatieven zijn op TINA, terwijl zij zelf amper ingaan tegen de fundamenten van het politieke en het economische liberalisme. Nagenoeg alle politieke partijen, vakbonden, industrie en werkgeversorganisaties zweren bij TINA en dus de liberale hegemonie. Liberazi's are everywhere.

TINA is eigenlijk het Verlichtingsdogma bij uitstek en dat wordt enkel nog gecontesteerd in de marge door authentieke conservatieven (primitivisten, solidaristen, religieuzen, aristocraten,...), minderheidsgroepen / individuen die marxistische, feministische, ecologische of post-koloniale analyses maken en anarchisten van zowat alle strekkingen. Dit Verlichtingsdogma is wat wordt gepropageerd via marketing, media en onderwijs, wat wordt gepredikt door partijmilitanten en opiniemakers en wat wordt herhaald door ons, de burgers / het volk, in zowat elke discussie of meningsuiting. De gedisciplineerdheid, zeg maar slaafsheid, waarmee we oordelen vellen over de wereld en anderen ver/beoordelen, is een product van meer dan tweehonderd jaar eenzijdige Verlichtingsindoctrinatie (ik zeg eenzijdig, want de huidige liberale hegemonie was géén noodzakelijke uiting van het Verlichtingsdenken).

"Liberazi" is bovendien een ideale term om de huidige hypocriete houding ten aanzien van vrijheid aan te klagen. Want als er één ding is waar ik droef en woedend tegelijk van wordt, dan is het wel de opvattingen over vrijheid die door liberazi's worden geuit. Hun vrijheidsideaal is een doctrine die vol van tegenstrijdigheden staat, niet in de minste plaats omdat liberazi's vrijheid willen opleggen en daarmee de keuze voor een andere vrijheid uitsluiten. In hun ogen omdat enkel hún vrijheid een haalbare en realistische vrijheidsopvatting is. Dat terwijl het een opvatting is die volstrekt blind is voor de levensingrijpende vrijheidsbeperkingen die door kapitaal, efficiëntie en top-down sturing veroorzaakt worden. Of het nu om positieve of negatieve vrijheid gaat, is hier irrelevant. Punt is dat wat vandaag als vrijheid verkocht wordt, helemaal geen vrijheid is.

Tot slot wil ik nog even het populisme bij liberazi's aanhalen. Populistisch liberazisme trekt steeds meer de kaart van het politiek incorrect zijn, van het luidop zeggen wat - zogezeged - "iedereen denkt" of om één of andere reden "niet mag gezegd worden". Nooit is er zoveel beroep gedaan op de vrijheid van meningsuiting als wanneer zelfingenomen gezeik (want dat is het nagenoeg altijd) verkocht wordt als een kritische uiting. Het politiek incorrect zijn is vandaag zelfs zo'n stabiel onderdeel van de liberale hegemonie geworden, dat het bijna politiek incorrect is om net wél politiek correct te zijn. Wie frequent politiek incorrecte uitspraken doet, zoals ikzelf, wordt door de opname van die communicatiestijl in de liberale hegemonie vanuit linkerzijde vaak meteen gelijkgesteld aan een neoliberale apologeet. De keren dat ik al versleten ben voor fascist of bourgeois louter omdat ik iets grappig vond wat ik niet grappig hoorde te vinden, zijn niet meer bij te houden... Polarisering is dus een giftige bijwerking van het politiek incorrecte populisme: diversiteit verdwijnt en vrijheid van meningsuiting wordt niet meer dan een holle kreet.

Of een scheldwoord een goede manier is om het zelfingenomen gebral van ons allen terug een lesje in bescheidenheid te leren, betwijfel ik. In één woord pogen "de vijand" uit te drukken, is uiteraard te simplistisch. De realiteit is eindeloos veel complexer dan het aanwijzen van één bepaalde vijand. Wat het echter wel doet, is een gevoel, een frustratie kanaliseren en onder woorden brengen. "Liberazi" drukt in één woord uit wie vandaag de gatekeepers zijn van het status quo. Wie verandering beoogt, wie revolutionair is, wie een betere wereld wil helpen creëren (al dan niet op individueel niveau), gaat het conflict aan met die liberazi's - zij vormen het laatste maar meest hardnekkige obstakel om de richting die we sinds het einde van de 18de eeuw zijn ingeslagen van koers te doen veranderen.

donderdag 13 november 2014

Het liberale taboe: geweld

Ik heb me proberen in te houden om een blogbericht te schrijven over het geweld op de nationale betoging op 6 november. Vooral omdat het niet bepaald een mening is die door velen gedeeld wordt en doorgaans door een shitstorm aan verwijten gevolgd wordt. In het beste geval komen er goedbedoelde waarschuwingen voor mogelijke opvolging door de staatsveiligheid. Honestly, als ze me vandaag nog niet af en toe eens opvolgen, dan denk ik niet dat ik zo goed bezig ben. We leven desondanks nog in wat een vrij land moet voorstellen en omdat na een week de gemoederen nog steeds niet bedaard zijn, besloot ik toch weer in mijn stream-of-consciousness toetsenbord te kruipen.

Vorige week in de media citeerde men de politie van Antwerpen: "We zijn niet bang voor de dokwerkers". Deze week ging De Standaard nog een stapje verder om clicks en verkoopcijfers te boosten: Politie vreest voor doden bij volgende betoging. Los van het feit dat ik graag eens een even grote nationale betoging tegen de Van Thillo's, de De Nolfs en de Ysebaerts van dit land zou zien, is er een globale en giftige tendens om betogingen (en eventuele escalatie) zo tendentieus te kaderen dat de kranten er hun eigen nieuws mee creëren. De aangekondigde "vrees voor doden bij de volgende betoging" (staking eigenlijk, maar wie verschiet nog van foutieve berichtgeving tegenwoordig?), zal gegarandeerd veel clicks opleveren op 24 november. Als er dan effectief doden vallen, is het nog maar de vraag in hoeverre de geweldenaars zich lieten opfokken door wat ze voordien lazen in de gazetten en op internet. Tegelijk is het ook aan stakingssabotage doen: door de disproportionele vrees van de politie de ether in te sturen, zullen heel wat pacifistische stakers zich misschien laten intimideren en afwezig blijven, waardoor de acties kleinschaliger en marginaler worden. De rol van de media is met andere woorden niet te onderschatten - zeker niet in gedigitaliseerde tijden als dit.

Op welke manier blijkt dat de gemoederen nog steeds niet bedaard zijn? Eén duidelijke vraag blijft op ieders lippen liggen: wie zijn de schuldigen van de escalatie op de nationale betoging? Het is een vraag waar ik zo moe van word. Vooral omdat iedereen haar/zijn antwoord al klaar heeft. Mijn antwoord is - tegendraads als altijd: "Who cares?" Geïntoxiceerde dokwerkers, anarchisten en (mogelijk) neo-nazi's en undercover flikken zijn in conflict gegaan met al even door adrenaline en haantjesgedrag gechargeerde ordetroepen die danig gemilitariseerd waren dat de agressiviteit er van af liep - black bloc technieken werden gebruikt, net als nog maar zelden gebruikte ordehandhanvingstechnieken. Flikken bij ons staan weinig in dergelijke gewelddadige omgeving en de ervaring om hiermee om te gaan is dus bitterlaag - het hoeft niet te verbazen dat zij op een gegeven punt ook gewoon overschakelden op overlevingsinstincten.

Beide kampen zijn dus in fout en tegelijk is niemand in fout. Waarom zouden we mensen namelijk willen verwijten of beschuldigen van hun overlevingsdrang te volgen? We zouden beter kijken naar hoe de druk van de ketel genomen kan worden in plaats van te blijven zoeken naar schuldigen. Aan alle schuldzoekers wil ik dan ook deze, belangrijke, nuance meegeven: wanneer de gemoederen hoog oplopen (zoals de voorbije maanden) en men dat blijft voeden met haattaal (uit beide kampen), fok je mensen op. Afhankelijk van opvoeding, temperament en sociale context gaan mensen daar anders mee om - wie dat niet wil inzien (en er zijn er velen), is gewoon een achterlijk en dom kalf (pro-vo-ka-tie!). Dat politici, opiniemakers, vakbonden, werkgeversorganisaties, ceo's en media vandaag hun handen wassen in onschuld, is dan ook vreselijk hypocriet. Niet omdat zij eenduidig "de schuldigen" zouden zijn, maar omdat ze in de escalatie van 6 november een cruciale rol gespeeld hebben. Antwerps havenarbeider en ABVV-delegee Sven Naessens schreef een zeer treffende en persoonlijke blog, getiteld 'Dodelijke slachtoffers', die deze alinea misschien verder kan verduidelijken.

Ik wil nog heel even tot de "essentie" gaan: het liberale "eigen keuze / vrije wil" discours (dat bij vele mensen de achterliggende of intuïtieve reden is om schuldigen te gaan zoeken) is alleen maar van tel in een context waarin rationele en beredeneerde overwegingen kunnen gedijen. Zelfs de meest doorwinterde liberale filosoof zal dat bevestigen en, als het wetenschappelijker moet zijn, er zullen maar weinig - géén - neurologen zijn die een positieve correlatie kunnen aantonen tussen "aanwezigheid van veel adrenaline" en "vermogen om beheerst te beslissen". In (de frontlinie van) een betoging heersen emoties als euforie, woede en frustratie, net als gevoelens van verontwaardiging en verbondenheid. Daar komt dus allemaal weinig "rationaliteit" bij te pas, zélfs al zou je hoogopgeleid zijn, komen uit de betere middenklasse en doorgaans een rustig temperament hebben.

Vanuit dat besef kunnen we politici, opiniemakers, vakbonden, werkgeversorganisaties, ceo's en media wel héél kwalijk nemen dat zij haattaal blijven spuien, want zij hebben niet alleen de tijd en ruimte om beheerst te blijven, zij hebben een enorme spanwijdte die in elke huiskamer haar eigen effect te weeg brengt. Door hun gepolariseer en gestigmatiseer zet je kwaad bloed. Dat dit zich kan vertalen in geweld, is vandaag evenveel geldig als tweehonderd of tweeduizend jaar geleden - ook wij zijn nog steeds vatbaar voor "barbarisme", hoe graag we ons ook geciviliseerd willen profileren. Achteraf komen zeuren en gaan (ver)oordelen, is dus walgelijk zelfingenomen en vreselijk hypocriet. Het gaat echter verder dan alleen de top-down beweging. Elk grof woord (krapuul, onnozelaars, debielen, marginalen,...) dat ik tegenwoordig op de sociale media lees aan het adres van de geweldenaars (zowel ordetroepen als betogers), zal de volgende confrontaties ook alleen maar rustelozer maken. Die woorden komen niet zelden uit de mond van mensen die zelf de vrede staan te prediken: burgertrutten die hoogopgeleid zijn en pretenderen te weten hoe de vork écht in de steel zit, hoe de problemen écht aangepakt moeten worden. Ik zeg 'burgertrutten' omdat ik hen graag agiteer en eens wil kijken hoe lang het duurt alvorens hún zelfvoldane bloed kookt. Want zolang ze van aan de zijlijn staan toe te kijken en (ver)oordelen, is hun stem inhoudsloos en overstijgt het het standaard paternalisme en superioriteitsgevoel nooit.

Iedereen draagt dus zijn verantwoordelijkheid. Een schuldige is niet aan te wijzen en bovendien volstrekt irrelevant zolang we geen structurele, systemische verandering willen - en dat is vandaag noch bij het oppositie- en vakbondsgejoel, noch bij het extreemrechtse en neoliberale beleid te vinden. Individuele verantwoordelijkheid binnen onze collectieve verantwoordelijkheid durven erkennen én durven opnemen, is misschien wel de belangrijkste reden waarom ik het geweld vandaag niet veroordeel en schrijf wat ik hier schrijf. Dat en het gegeven dat ik ook een hoogopgeleide burgertrut ben, maar één die vooral in eigen huis de arrogante know-it-alls een koekje van eigen deeg wil geven. Ik ben me bewust van mijn arrogantie, are you?

donderdag 6 november 2014

Noch links, noch rechts


Nationale betoging. Ik heb er lang over getwijfeld. Zou ik naar Brussel gaan? Zou ik mee betogen tegen de federale regering? Zou ik me eens volledig smijten en me niets aantrekken van wat mijn omgeving daarvan denkt? De twijfel heeft ervoor gezorgd dat ik volstrekt besluitloos de aanvang van de betoging miste. Dus besloot ik maar om een dagje de riooljournalistiek en het kattengejank op de sociale media te volgen; ongetwijfeld evenveel adrenaline als in de betoging meelopen.

Het is een wederkerend "probleem" bij mezelf en, stel ik vast, vele generatiegenoten: activisme gebeurt via de sociale media, een zekere vorm van je m'en fous-tisme en discursieve of retorische agitatie, vaak met een eerder arrogante houding. Misschien ligt de oorzaak daarvan wel deels in het verlammend effect van de polarisatie die sinds de verkiezingspropaganda genadeloos door blijft woeden? Het afzetten "tegen alles" lijkt daardoor gratuit te zijn, ook al is het dat zeker niet (noch is het "tegen alles"). Maar wil je niet in één van de twee kampen terecht komen, moet je wel schreeuwen, roepen en tieren. Ik wil me niet associëren met het extreemrechtse en neoliberale onderdrukkingsbeleid, noch wil ik me associëren met het conservatieve corporatisme en staatsfetisjisme dat oppositie en vakbonden prediken. Beide kanten zijn voor mij van totalitaire aard. Of om wat hedendaags jargon te gebruiken: achterlijke fascisten, dat zijn ze, allebei.

Mijn, zeer korte, kijk op de zaken? Zowat alles wat door de regering wordt uitgebraakt, is klinkklare onzin. De taal die gesproken wordt en de maatregelen die getroffen worden, staan bol van paternalisme, revanchisme en megalomanie. De vakbonden en oppositie schieten in een kramp. Hun voorgedragen oplossingen komen voort uit dezelfde communistische en socialistische trukendoos die al sinds jaar en dag de vrijheid van ons allen inperkt en bureaucratische moordmachines creëren. Voilà. Karikaturaal misschien, maar blijft u toch nog even doorlezen.

Want dan is de (sociale) media daar! Een plaats die bomvol staat van bevooroordeelde taal aan het adres van de betogers en, veel meer nog, de amokmakers. Vele journalisten en mensen die deze taal uiten, doen dat en passant in de good news shows die Facebook, Twitter en de commerciële media zijn. En passant, als in: zonder na te denken en ervan uitgaande dat hun mening publiek gedragen wordt en (dus) moreel superieur is. Omgekeerd zie ik echter hetzelfde bij vele betogers die maar blijven benadrukken dat ze voor "allen samen" strijden; even later zijn "allen samen" dan de drie grote vakbonden en de vijf linkse oppositiepartijen. De polemiek in de (sociale) media vergaat meteen weer in een links-rechts tegenstelling waar je als andersdenkend individu maar best je mond kan houden (of er probeert tegenin te gaan en meteen een halve dag kwijt bent).

In de tussentijd zijn de fundamenten van zowel de linkse als rechtse politieke verbeelding nog steeds niet geëvolueerd sinds het einde van de 18de eeuw. Daarin vinden ze elkaar dan ook (en dat is waarom ik "noch links, noch rechts" bepleit): de electorale en parlementaire democratie, de nood aan economische groei, de creatie van werkgelegenheid, het streven naar meer koopkracht, het ondiscuteerbare belang van natiegrenzen en ga zo maar door. Allen "waarden" die door vele linkse en rechtse opinie- en beleidsmakers schaapsgewijs verkondigd worden en die door de vox populi lijken gedragen te worden. "There is no alternative" is dan ook het meest doctrinaire credo van de afgelopen decennia. Een dogma dat zich kan meten aan de ergste religieuze fundamentalismen - en dat voor een land dat zich, minstens op staatsniveau, profileert als pluralistisch, seculier en vrijzinnig! Ironisch genoeg is het linkse alternatief uit identiek hetzelfde rotte hout gesneden.

Vandaag was dus niet "mijn" betoging omdat de diversiteit aan stemmen integraal verloren ging. Ik ben echter niet van plan de frustraties van de betogers te banaliseren, noch het gepleegde geweld te veroordelen (van beide kanten). De huidige regering is tevens niet "mijn" regering, maar ik ben evenmin van plan de frustraties van kleine zelfstandigen, Nederlandstaligen in (de rand rond) Brussel en angstige mensen te banaliseren. Ik wens echter geen pacificatie, maar conflict. Conflict waarin politieke en levensbeschouwelijke visies kunnen besproken, verdedigd én uitgeprobeerd worden in de publieke ruimte. Zolang die ruimte gekaapt wordt door weldenkend links en populistisch rechts (en de media hen een micro onder de neus houdt), zal die ruimte echter dezelfde polariserende onzin blijven voortbrengen. De publieke ruimte blijft dan een plaats waar diversiteit een illusie is en waar de aanwezige zelfingenomenheid alleen maar kan bestreden worden door minstens even zelfingenomen te keer te gaan. Niemand is hiervan verontschuldigd. Niemand.

Deze tijden zijn tijden van verandering. Stabiliteit moeten we even opbergen óf we moeten het bescheidener gaan invullen. Vakbonden blijven aandringen op stabiliteit door de jaren 1970 als maatstaf te gebruiken. Rechts beleid profileert zichzelf als "verandering", maar geeft identiek hetzelfde reactionaire antwoord als in de jaren 1980. De navelstaarderigheid van waaruit we ons Westers samenlevingsmodel blijven bekijken, is gefundeerd in een onuitstaanbaar zelfingenomen moralisme. Ik wil dat niet vervangen door andere onuitstaanbare zelfingenomen moralismes, zoals pakweg ook in de VS, Israël, de IS en Rusland terug te vinden zijn. Ik wil dat vervangen door een zelfreflectieve, twijfelende en tragere politiek waarin top-down beweging geminimaliseerd wordt. Het zal het gestresseerde en gejaagde leven alsook de uitgeputte natuurlijke omgeving alleen maar ten goede komen. Pasklare oplossingen heb ik niet en ook rotsvaste antwoorden ga ik niet geven, dus vraag er niet naar. Denk er zélf over na, maar denk liefst anders dan ik of we staan opnieuw nergens.

Ik was dus niet in Brussel. Daar heb ik vooralsnog geen spijt van gehad. Al diegenen die de behoefte hebben zichzelf in een moreel superieure positie te zetten omdat u er nu net wél of net niet was, weet dat u geen haar beter bent dan uw opponent. U oordeelt, maar u begrijpt niet. U braakt een mening uit, maar u weigert om andere visies en methodes grondig te leren kennen. U bent de reden waarom polarisatie zo succesvol is. U houdt uw eigen frustraties in leven.